
In een multiculturele samenleving, is het voor een cognitief gedragstherapeut van belang oog te hebben voor culturele verschillen. En de behandeling waar nodig cultureel responsief vorm te geven. Op de vraag hoe dat te doen, biedt het boek Culturally Responsive Cognitive Behavior Therapy, Practice and Supervision (Cultureel responsieve cognitieve gedragstherapie) concrete handvatten.
Blinde vlek
Het aardige van het boek is dat het niet alleen concrete handvatten geeft hoe cognitieve gedragstherapie cultureel responsief aan te bieden; het maakt de lezer ook bewust van diens eigen blinde vlekken.
Zo wordt in de eerste hoofdstukken duidelijk dat mensen, die tot een “meerderheidsgroep” behoren, vaak aannemen dat iedereen (ongeveer) diezelfde leerervaringen opdoet als dat zij doen. Dat is het referentiekader. Van daaruit zullen ze geneigd zijn de cliënt een behandeling te geven zoals die bij een meerderheid gegeven wordt. Het probleem is echter dat iemand die tot een minderheid behoort waarschijnlijk fundamenteel andere gebeurtenissen meemaakt dan iemand die tot een meerderheidsgroep behoort. Voorbeelden hiervan zijn discriminatie, (groeps)belediging en/of racisme. Een blank persoon zal in Nederland niet snel slachtoffer worden van racisme. Waardoor het (impliciete) risico bestaat te denken dat dit überhaupt weinig voorkomt. Terwijl de ervaringen van iemand van kleur helaas heel anders kunnen zijn.
En zoals het boek (p. 14) stelt: “the less we know about and understand our clients’ experiences, the less effective we are”.
Cultureel responsieve cognitieve gedragstherapie
Daarnaast is er het proces waarbij cliënten uit minderheidsgroepen, bij een therapeut van een meerderheidscultuur, vrees kunnen ervaren dat hun ervaringen, waarden en culturele achtergronden niet volledig of zelfs verkeerd begrepen zullen worden. Cliënten kunnen hierdoor terughoudendheid ervaren en geen openheid geven over belangrijke ervaringen. Wat een gezonde therapeutische relatie kan bemoeilijken en daarmee het proces van herstel in de weg kan staan.
Een therapeut die niet alleen empathie toont, maar ook actief de culturele achtergrond van een cliënt wil begrijpen, lijkt hierbij van essentieel belang.
Overigens benadrukken de auteurs vooral ook oog te houden voor de positieve kanten van iemands cultuur. Te denken valt aan interpersonal support en/of religieuze rituelen die iemand kracht en ondersteuning bieden.
Ook adviseren ze de therapeut bij het cultureel responsief werken te waken voor stereotypering en stigmatisering van etnische groepen.
Tot slot raden ze de therapeut aan oog te houden voor “within-group-differences”. Oftewel oog te houden voor verschillen van persoon tot persoon binnen eenzelfde culturele groep.
De auteurs pleiten ervoor dat therapeuten een flexibele houding aannemen en bereid zijn om zich te verdiepen in de culturele achtergronden van hun cliënten. Dit betekent niet alleen kennis vergaren over verschillende culturen, maar ook reflecteren op de eigen culturele bagage en eventuele impliciete vooroordelen.
Praktische toepasbaarheid
Een van de sterke punten van het boek is de praktische toepasbaarheid. De auteurs geven concrete handvatten om technieken uit de cognitieve gedragstherapie aan te passen aan diverse culturele groepen. Ze bespreken hoe de socratische dialoog en cognitieve herstructurering kunnen worden afgestemd op culturele verschillen. Ook wordt ingegaan op het belang van het opbouwen van een sterke therapeutische alliantie, aangezien wantrouwen jegens hulpverleners binnen bepaalde gemeenschappen een belemmering kan vormen voor effectieve therapie.
Seksuele en/of gender minderheidsgroepen
Een ander goed punt van dit boek is dat het niet alleen aandacht heeft voor specifieke etnische bevolkingsgroepen, maar ook een apart hoofdstuk besteedt aan mensen die tot een seksuele en/of genderminderheidsgroep behoren. Hier benoemen de auteurs onder meer het proces van hoe homofobie in een samenleving kan leiden tot “geïnternaliseerde homofobie” binnen een individu. En hoe dit kan leiden tot mentale klachten.
De vele praktijkvoorbeelden en casestudy’s maken de theorie tastbaar en geven inzicht in hoe culturele responsiviteit in CGT in de praktijk gebracht kan worden. De auteurs geven niet alleen richtlijnen, maar dagen de lezer ook uit tot zelfreflectie door middel van oefeningen.
Verbeterpunten
Hoewel het boek over het algemeen zeker waardevol is, zijn er enkele kanttekeningen te plaatsen. Zo ligt de focus grotendeels op de Amerikaanse context, waardoor bepaalde besproken etnische groepen (zoals de toepassing van cognitieve gedragstherapie bij American Indians of bij Alaska Native people) minder op de Nederlandse praktijk van toepassing is. Dit neemt echter niet weg dat de kernboodschap universeel toepasbaar is.
Conclusie
Culturally Responsive Cognitive Behavior Therapy, Practice and Supervision is een belangrijk en actueel boek voor cognitief gedragstherapeuten die hun behandelingen inclusiever willen maken. In een tijd waarin culturele diversiteit in de maatschappij onder een vergrootglas ligt, biedt dit boek een vertrekpunt om CGT af te stemmen op cliënten met diverse achtergronden.
Score
