In het recent verschenen boek Het maakt wel uit biedt Joe Kort een uitgebreide en soms confronterende blik op de uitdagingen waarmee LHBTQ personen in therapie te maken krijgen.
Bijna alle therapeuten zullen zichzelf (net als ik) als “homo-accepterend” en “homo-vriendelijk” zien, maar in dit boek maakt Kort duidelijk dat alleen dat onvoldoende is voor een effectieve therapie bij LHBTQ-cliënten.
Relevantie van het boek
De relevantie van “Het maakt wel uit” wordt snel duidelijk als Kort wijst op een aantal maatschappelijke ontwikkelingen en de impact daarvan op de geestelijke gezondheid van LHBTQ personen. Zo leven we in een tijd waarin er negatieve reisadviezen bestaan voor LHBTQ mensen die naar landen als de Verenigde Staten reizen. En worden LHBTQ dagelijks geconfronteerd met een heteronormatieve samenleving, waarin heteroseksuele mensen diverse voorrechten en vrijheden hebben. Zoals de maatschappelijke vrijheid om ongestoord elkaars hand te kunnen vasthouden zonder bang te zijn voor intimidatie of negatieve oordelen. Voorrechten die mensen met een heteroseksuele gerichtheid (net als ik) als “normaal” beschouwen.
Ook wijst Kort op het feit dat LHB mensen vier keer vaker een suïcidepoging doen dan hun heteroseksuele tegenhangers.
Kort pleit ervoor dat therapeuten zich meer verdiepen in deze doelgroep en biedt concrete handvatten hoe dat te doen.
Kort geeft een gedegen weergave van de schadelijke effecten die verschillende therapieën in het verleden (maar ook in het heden) hebben gehad op LHBTQ cliënten. Hier komt niet alleen de beruchte conversietherapie aan bod, maar ook de psychoanalytische benaderingen die homoseksualiteit behandelden als een psychologische aandoening die genezen moest worden.
De boosheid die Kort hierover uit, is voelbaar in zijn schrijfstijl. Hij laat duidelijk merken dat de behandelingen die hem als jongere werden opgelegd, niet alleen ineffectief waren, maar vaak ook trauma’s veroorzaakten die zich jarenlang voortsleepte.
Deze boze en verontwaardigde schrijfstijl blijft het hele boek terugkomen, wat het voor mij als lezer niet meteen tot een prettige leeservaring maakte. Tegelijkertijd is deze boosheid goed te begrijpen, gezien de ervaringen die hij zelf in therapie heeft opgedaan.
Het boek geeft haarfijn weer hoe religieuze, maatschappelijke en culturele normen als “micro-trauma’s” kunnen ingrijpen op LHBTQ-personen. Subtiele (en minder subtiele) opmerkingen, blikken en berichten in de media of op social media zijn voorbeelden van micro-trauma’s. Deze microtrauma’s stapelen zich vanaf jonge kinderleeftijd op en kunnen daardoor leiden tot (ernstige) psychische klachten zoals PTSS, een negatief zelfbeeld en uiteindelijk een verhoogde kans op suïcide.
Een belangrijk onderdeel in het boek gaat over zijn uitleg over LHBTQ-affirmatieve therapie, een benadering die zich richt op het ondersteunen van de identiteit en geaardheid van de cliënt.
LHBTQ-affirmatieve therapie gaat over het bekrachtigen van de identiteit van LHBTQ+ cliënten, en hen te ondersteunen in hun zoektocht naar zelfacceptatie.
Concreet en Praktisch: Handvatten voor Therapeuten
Het boek biedt daarvoor praktische en toepasbare behandelstrategieën. Kort behandelt veel voorkomende misvattingen en fouten, zoals het veronderstellen van een heteronormatief referentiekader, of het negeren van de impact van micro-agressies.
Vaak komt het Psychodynamische gedachtegoed als rode draad terug. Toch is het boek ook relevant voor cognitief-gedragstherapeuten die zich meer willen verdiepen in mensen met een andere seksuele gerichtheid. Door het lezen van dit boek is mijn blinde vlek hierover in ieder geval kleiner geworden.
In andere publicaties benadrukte ik al het belang om therapie cultuur-sensitief en religie-sensitief af te stemmen. Met dit boek kunnen therapeuten hun therapie ook meer afstemmen op de seksuele gerichtheid van hun cliënt.
Want zoals eerder al gezegd: “the less we know about and understand our clients’ experiences, the less effective we are”.
Score