Kennisartikel

Boekrecensie: Doelgestuurd Behandelen in de Cognitieve Gedragstherapie

Inhoudsopgave

Boekrecensie: Doelgestuurd Behandelen in de Cognitieve Gedragstherapie

Er is een leuk nieuw boek uitgekomen: Doelgestuurd Behandelen in de Cognitieve Gedragstherapie. Het boek neemt niet een inhoudelijke behandelmethode als uitgangspunt, maar een procesgericht aspect, namelijk het doelgericht behandelen.

Indrukwekkende onderzoeksuitkomsten

Afgelopen najaar mocht ik een boeiende lezing van eerste auteur Colin van de Heijden bijwonen. Ik was onder de indruk van de genoemde onderzoeksuitkomsten. Een eerste was de onderzoeksuitkomst dat in 25% van de behandelingen geen doelen werden opgesteld. Dat leek me in deze tijden een buitengewoon hoog getal. Bij het lezen van dit boek bleek dit cijfer iets genuanceerder lagen. Zo bleek dat niet in een kwart van de behandelingen geen doelen waren opgesteld, maar dat in een kwart van de gevallen patiënten de opgestelde doelen niet konden benoemen. Dat is in feite iets anders, maar toch blijft het een relevant gegeven.

Een tweede indrukwekkende onderzoeksuitkomst betrof het onderzoek naar dit Doelgestuurd Behandelen. Uit (verkennend quasi-experimenteel) onderzoek komt namelijk naar voren dat het Doelgestuurd Behandelen tot significant grotere afname in klachten leidt. Maar vooral tot een kortere behandelduur. 75% van de Doelgestuurde behandelingen werden binnen een jaar afgerond, tegenover (slechts) 40% van de behandelingen in de controleconditie. Zonder dat er verschillen over patiënttevredenheid werden gevonden. Dit maakt dat de auteurs met dit boek, in deze tijden van behandelschaarste, een relevant onderwerp aansnijden.

Focus

Het boek past in de lijn van onderzoeken waarin niet een inhoudelijke behandelmethode (CGT, EMDR, Schematherapie), maar meer de procesmatige aspecten, als uitgangspunt van behandeling worden genomen. Zoals het effect van het monitoren van voortgang door middel van ROM-metingen en het effect van het stelselmatig meten van de kwaliteit van de therapeutische relatie. En past bij het ontwikkelen van de therapeutische vaardigheid van het behouden van focus in de behandeling, zoals Miller en Moyers dat in hun boek Effective Psychotherapists beschrijven. Ook Miller & Moyers stellen dat het behouden van focus een belangrijke vaardigheid is om tot een effectieve behandeling te komen.

Waarbij in dit boek het opstellen en consequent evalueren van doelen tijdens de behandeling als uitgangspunt wordt genomen.

SMART or not so SMART

Het boek neemt de SMART-systematiek als uitgangspunt bij het opstellen van doelen. Dat is aan de ene kant een sterk punt, want in de GGz wordt veel met deze systematiek gewerkt. Tegelijkertijd zijn er uit aanpalende vakgebieden aanwijzingen dat de SMART-systematiek niet tot betere resultaten leidt dan niet-SMART-geformuleerde doelen. Zo komt uit onderzoek naar leefstijlverbetering naar voren dat SMART-geformuleerde doelen (bijvoorbeeld 10.000 stappen per dag) niet tot betere resultaten leiden dan niet-SMART-geformuleerde doelen (“ik wil meer bewegen”). En komt uit ander leefstijlonderzoek naar voren dat er subgroepen zijn, bijvoorbeeld van totaal inactieve mensen, bij wie een globaal omschreven doel (“do-your-best”) tot betere resultaten leidt dan een SMART-planning van 4 x per dag 450 meter wandelen.

Voor de cognitief-gedragstherapeut die zich de SMART-systematiek wil eigen maken, biedt dit boek tal van handreikingen. De keerzijde is dat we met deze one-size-fits-all-benadering sommige cliënten mogelijk tekortdoen.

Wel verandering, niet veranderen

Een ander punt waar in het boek weinig aandacht naar uitgaat, is de mogelijkheid van ambivalentie bij cliënten. Veel mensen die in zorg komen, willen vaak wel “verandering”, maar niet altijd “veranderen”. Aan de vraag hoe met deze ambivalentie om te gaan, wordt in het boek slechts beperkt aandacht besteed. De rol van therapeut lijkt, volgens de beschrijving van de auteurs, beperkt tot het noemen van de kaders voor therapie (namelijk dat huiswerk en inzet er een essentieel onderdeel van vormen) en het beëindigen van therapie als aan die voorwaarden onvoldoende wordt voldaan. Andere therapeutische vaardigheden (dan het behouden van focus en bespreken van de kaders voor therapie) blijven in het boek in mijn optiek wat onderbelicht. Zoals de vaardigheid om cliënten te motiveren wel aan de opgestelde doelen te werken (bijvoorbeeld door het ontlokken van verandertaal zoals beschreven binnen de Motiverende Gespreksvoering).

Dit alles neemt het belang van het opstellen van doelen (en hier consequent op evalueren) niet weg. En daarmee leveren de auteurs met dit boek een belangrijke bijdrage aan een relevant hedendaags vraagstuk. Namelijk de vraag hoe we de schaars beschikbare behandeltijd aan de juiste mensen op de juiste momenten zo effectief mogelijk besteden. Om daarmee het totale behandelresultaat te maximaliseren.

 

Score

Vragen of feedback voor Gerben?

Heb je naar aanleiding van dit bericht vragen of feedback? Neem dan gerust contact op. Gerben is per mail te bereiken via: gerben@beldmanopleidingen.nl

Gerben Beldman

Gerben Beldman is Klinisch Psycholoog, Supervisor VGCT, Supervisor VSt en oprichter/docent bij Beldman Opleidingen. Hij werkt in een vrijgevestigde praktijk waar hij zowel volwassenen, jeugdigen als systemen ziet.

Deel dit bericht:

Bekijk andere kennisartikelen:

Wat is Cognitieve Gedragstherapie?

Op de vraag wat Cognitieve Gedragstherapie inhoudt (en wat niet), zijn vele antwoorden te…

Boekrecensie: Verdragen, over de hulp-helpt-mythe

In de discussie rond het vorige week verschenen boek “Verdragen” van Flip-Jan van Oenen…

Trauma en Schuld – Schuldgevoel na suïcide naaste

Voor het Tijdschrift GZ-Psychologie schrijf ik een serie artikelen over het thema Trauma en…

Ook jezelf ontwikkelen als
Professional?